Waar zit de bekkenbodem?
Oefening 1
Bij deze oefening is het de bedoeling dat u zich bewust wordt waar de bekkenbodem zich in uw lichaam bevindt.
Ga op uw zij liggen in bed en neem een gemakkelijke houding aan. Ondersteun het hoofd met een kussen. Trek uw knieën zover op dat u zich gemakkelijk kunt ontspannen. Doe eventueel een kussen tussen de knieën. Voel of u alles goed los kunt laten, of u nergens meer spanning voelt. Voel hoe het hoofd op het kussen steunt. Voel waar de schouders zijn, hoe uw onderste schouder op het bed rust en hoe de armen rusten.
Ga met uw aandacht naar de borstkas en voel hoe deze op het bed rust. Voel hoe het bekken op het matras rust, waar de benen liggen en hoe ze op het bed rusten. Als u niet lekker ligt, verander dan gerust van houding, net zo lang tot het wel prettig ligt.
Neem rustig de tijd om te voelen hoe het lichaam ademt. Voel hoe de lucht naar binnen stroomt en hoe het uw lichaam weer verlaat. Ga met de aandacht naar de buik, leg eventueel uw hand(en) onder op de buik, en voel of de buik meebeweegt met de ademhaling.
Ga met de aandacht naar het bekken. Aan de voorzijde zit het schaambeen, aan de zijkanten de heupen en aan de onderkant de zitknobbels en het stuitje.
Ga met de aandacht naar de bekkenbodem. Dit is het gebied tussen het schaambeen, de zitknobbels en het stuitje. Voel waar de anus, de vagina en de plasbuis zich bevinden.
U kunt eventueel de hand van de bovenste arm op het bekken leggen met de handpalm tegen het stuitje en de vingers tegen de anus. Blijf met de aandacht bij de bekkenbodem en ga na of er een beweging voelbaar is in het ritme van de ademhaling.